Een koude nacht in Antwerpen. Roel Verstraeten stapt uit de trein en wordt gegijzeld door twee mannen, jongens eigenlijk nog, die hem meenemen naar Borgerhout. Niemand ziet het, niemand helpt hem. De straten van Borgerhout zijn verlaten, de regen houdt niet op. Ze slepen hem mee van geldautomaat naar geldautomaat, en dwingen hem geld af te halen. Een van de jongens is Eric Vanderlaenen. Hij heeft speelschulden, ze hebben hem bedreigd als hij ze morgen niet betaalt. Eric wilde maar dat hij niet Eric heette, maar Mohammed. Zijn vader spotte met het geloof van zijn moeder, het geloof in de Barmhartige. Als zijn schulden betaald zijn, kan hij een nieuw leven beginnen. Met z'n drieën dwalen ze door de stad, maar er is een vierde bij. De dood loopt geluidloos achter hen aan.
Over Herman De Jonghe
Na een lange loopbaan in het onderwijs debuteerde de schrijver in 2008 met 'Koppenbergblues', een verhaal over een stel bijzondere fietsers.
'De roman laat zich makkelijk lezen en is uitstekend geschreven.' (NBD Biblion)
'De Jonghe heeft een eigen stem, die boven het monotoon gezoem van de Vlaamse thrillerauteurs uit klinkt.' (Leeswolf over 'Blindeman')
'Een hoogst originele misdaadroman' (De Demer over 'De idolen van Halle')
