In zijn tweede boek Een aangenaam zwaar hoofd duikt Bram de Ridder diep in de hoofden van een uiteenlopend scala aan mensen, onderling verbonden door psychiater Eva. Vanuit haar blik en vanuit die van de mensen die zij behandelt wordt de vanzelfsprekendheid van de hiërarchische aard van de relatie tussen patiënt en psychiater bevraagd. Want wie wordt hier echt bekeken, en door wie?
In zijn kenmerkende doeltreffend schaarse taal schetst De Ridder een netwerk van mensen wier levens op zeer verschillende manieren vastlopen, terwijl iedereen ook gewoon doorleeft. Zo volgen we een uitgevallen basisschoollerares, zien we hoe een veelbelovende jongeman weigert op te staan uit zijn stoel en zijn we getuige van een schapenhoedster die haar zelfverkozen eenzaamheid niet meer verdraagt. In deze caleidoscopische bundel raken al deze levens elkaar op verrassende wijze, of scheren ze juist rakelings langs elkaar heen.