In Helden van de grens reist Josie met haar kinderen Paul en Ana in een krakkemikkige camper naar Alaska. Haar ex-man Carl weet niets van de onderneming. Josie worstelt met demonen uit zowel het verre als het nabije verleden: ze heeft, nadat een patiënt haar heeft aangeklaagd, haar tandartspraktijk moeten verkopen en ze rouwt nog om de dood van een jonge soldaat die haar zeer nabij stond.
De tocht begint als een welkome afleiding. Alaska is een compleet andere wereld; ze staan oog in oog met bizons en beren, koken hotdogs boven een kampvuur en slapen langs ijskoude rivieren in donkere bossen. Maar hoe verder de reis hen brengt, hoe meer Josie gedwongen wordt haar eigen fouten en tekortkomingen onder ogen te zien; om voorgoed af te rekenen met het verleden dat haar zelfs tot het einde van de beschaving blijft achtervolgen.