De vijftigjarige Virginie wordt verliefd op een heel foute man.
In de winter van 1886–1887 reist de vijftigjarige Virginie Loveling naar de Azurenkust en Italië. Anders dan haar tijdgenoten heeft ze een beperkte interesse voor de kunstschatten die daar te zien zijn, en des te meer voor de mensen. Intelligent en zonder vooroordelen praat ze met mensen van verschillende nationaliteit en verschillende sociale status. We leren echter ook de schrijfster zelf beter kennen, die op reis verliefd wordt op een andere toerist, Mr. Fairban. Er springt een vonk over tussen die twee… en het zal niet bij die ene vonk blijven. Mr. Fairban is een dominante man met sterke opvattingen. De schrijfster, hoewel dolverliefd, voelt dat haar eigen meningen en vrijheden in het gedrang komen. ‘Een winter in het Zuiderland’ is een hoogstpersoonlijk reisverslag, met veel aandacht voor het vreemde in de anderen en het vreemde in onszelf.
Virginie Loveling (1836–1923) was een Vlaamse schrijfster uit een literaire familie. Zij groeit op in Franstalig België en begint haar carrière door samen met haar oudere zus Rosalie gedichten te schrijven. Loveling is de tante van Cyriel Buysse, waarmee ze het humoristische boek 'Levensleer' (1912) schrijft. Na het overlijden van haar zus gaat Loveling alleen verder. Dit leverde haar in 1892 de Vijfjaarlijkse prijs voor de Nederlandse letteren op voor haar roman 'Een dure eed.' Die roman wordt samen met 'De twistappel' en 'Het revolverschot' gezien als haar beste werk.