Hard Gras 132 voorziet de lezer van verhalen, reportages en voor— en nabeschouwingen.
In deze tijd waarin een woord als ‘huidhonger’ schijnbaar gemeengoed is geworden, doet het de redactie van Hard gras plezier om stukken te kunnen lezen die wel blijk geven van gevoel voor de schoonheid van stijl en taal. Simon Kuper schreef een persoonlijk artikel over zijn regelmatige bezoeken aan de banlieues waar zijn kinderen op zaterdag voetballen. Ook zocht hij uit hoe onwaarschijnlijk veel topvoetballers uit die Franse Vogelaarwijken in de grootste Europese competities actief zijn. Erik Brouwer dook in de archieven van de tragiek en vond de voetballer Jörg Stübner van Dynamo Dresden. Mark van den Heuvel kreeg toestemming van Carel Eiting om hem een seizoen lang ‘te volgen’ en zo maken we kennis met een uitgesproken voetballer die zijn hersenwerk in het veld soms niet kan uitzetten.
Verder in deze Hard gras: Thomas Heerma van Voss over Sunderland, Arthur van den Boogaard interviewt David Winner naar aanleiding van zijn klassieker ‘Brilliant Orange’, Sam Planting neemt voor diens vertrek naar de Premier League het fenomeen Ziyech onder de loep en Peter Speentjes spreekt levende Braziliaanse legende Roberto Rivellino.