Natuurlijk! Ik ben dol op taart.’
‘Gezellig.’ Bibi was bang dat er bijna niemand op haar verjaardag zou
komen. Maar nu komen er al drie mensen: haar vader, Midas en Wannes.
De postbode keert zijn fiets om. ‘Tot morgen, Bibi!’
‘Tot morgen.’
‘O, wacht! Wat ontzettend stom. Nou vergeet ik helemaal die doos.’ Hij draait zich weer om. Uit het andere vak van zijn fietstas haalt hij een doos. Wannes komt heel vaak een doos brengen, soms zelfs een heleboel tegelijk. Daar zit altijd wol in voor de winkel. Als er veel dozen tegelijk komen, zijn het de gewonere kleuren zoals oceaanblauw, zeegroen of citroengeel. Maar sommige kleuren zijn moeilijk te krijgen. Paardenbloemstengelgroen bijvoorbeeld. Of varkensstaartjesroze, diepzeezwart, watermeloenrood en krijtrotswit. Zulke kleuren worden vaak apart verzonden.
‘Wil jij de postzegel hebben?’ vraagt Bibi automatisch. De meeste wol komt uit het buitenland en Wannes spaart postzegels.
‘Er zitten tien Willem Alexanders op, die heb ik al,’ antwoordt Wannes, terwijl hij haar de doos geeft.
‘Hij is voor mij,’ zegt Bibi verbaasd. Ze kijkt nog eens goed. Er staat geen BOLLEWOL op de doos, maar BIBI VAN ZOMEREN. En PER EXPRESSE.
‘Wat betekent “per expresse”?’
‘Dat er haast bij is. Deze doos is vanmorgen op de post gedaan en nu al bezorgd.’
Bibi vraagt zich af wie haar zo’n pakketje zou sturen.
‘Ik moet weer verder,’ zegt Wannes. ‘Tot morgen!’
Bibi zwaait hem na. Dan draait ze zich om en loopt met de doos de winkel in.
‘D