zijn boeken die elke Hollandse jongen gelezen
moet hebben. De drie delen over Hotse Hiddes
van Sibe van Aangium horen daar zeker bij.'
Rudy Ligtenberg, Reformatorisch Dagblad
Friesland, 1567. Hotse Hiddes, een rebelse boerenjongen uit Anjum,
houdt van Wietske, een jonge vrouw die als dienstbode op de statige boerderij
De Prinsenhof werkt. Hoewel het boerenechtpaar streng roomskatholiek
is, kiest Wietske in het geheim voor de 'ketterse leer'. Een van
de knechts, die in haar kamer een Bijbel vindt, geeft haar aan bij de kapelaan.
Wietske wordt gevangengenomen. Haar staat een droevig lot te wachten, hoewel Hotse er alles aan doet om haar te bevrijden.
Hotse is vervuld van wraakgevoelens. Hij wordt aanvoerder van een bende
opstandelingen die probeert de vijand — Spanjaarden, monniken en priesters
— te vuur en te zwaard te bestrijden. Dat daarbij ook onschuldigen
het slachto er worden, deert de onverschillige Hotse niet. Hij is berucht
in heel Friesland en omstreken.
Nadat Hotse ernstig gewond is geraakt, wordt hij verpleegd in het huis
van de oude molenaar Wessel en zijn vrouw. Daar ontdekt Hotse wat de vreselijke gevolgen zijn van de wrede overvallen en plunderingen van zijn
bende. Het is een heel andere Hotse die het molenaarshuisje verlaat om zich aan te melden bij het leger van Willem van Oranje.
Hotse Hiddes is het eerste deel van de Hotse Hiddes-trilogie.