eindelijk was het ijs der club, met groote kosten uit de amerikaansche meren aangevoerd, dat zijne dranken bewaarde en frisch hield.
Als op deze wijze te leven iets zonderlings heeft, die zonderlingheid heeft toch hare goede zijde.
Het huis in Savilla Row was niet buitengewoon prachtig, maar onderscheidde zich door bijzonder gemakkelijke inrichting. De nooit wisselende gewoonten van den heer des huizes maakten dat de dienst zeer gemakkelijk te verrichten was. Phileas Fogg eischte slechts van zijn eenigen bediende eene stiptheid en eene regelmatigheid zonder wederga. Den dag, waarop wij hem het eerst ontmoeten, den 2den October, had hij zijn knecht James Forster uit zijn dienst ontslagen, omdat deze zich aan het misdrijf had schuldig gemaakt, dat hij hem scheerwater had gebracht van 88 graden Fahrenheit in plaats van 86 graden, en hij wachtte diens opvolger tusschen elf uur en half twaalf.
Phileas Fogg zat in zijn leunstoel, de beenen tegen elkander gesloten als een soldaat op een parade, de handen rustende op zijn knieën, het bovenlichaam recht op, het hoofd stijf en starend op de pendule, een zeer samengesteld uurwerk, dat uren, minuten, seconden, dag der, week, datum en jaartal aanwees. Als het half twaalf sloeg, moest Fogg, krachtens zijne dagelijksche gewoonte, zijn huis verlaten en zich naar de Reform-club begeven.
Op dit oogenblik werd aan de deur van zijn klein salon geklopt en James Forster, de ontslagen knecht, trad binnen.
‘De nieuwe bediende,’ zeide hij.
Een man van dertig jaar kwam binnen en groette.
‘Gij zijt een Franschman en heet John?’ vroeg Phileas Fogg.
‘Jean, met uw welnemen,’ antwoordde de binnenkomende, ‘Jean Passepartout, een naam, dien ik behouden heb en dien ik verwierf door mijn talent, om mij in alle omstandigheden te schikken. Ik geloof dat ik een eerlijke jongen ben, mijnheer, maar ik moet oprecht zijn en u zeggen, dat ik van alles bij de hand heb gehad. Ik ben reizend zanger geweest, oppasser in een paardenspel, ik heb op het trapèze gewerkt als Léotard en koord gedanst als Blon