De weesjongen uit Haarlem genaamd 'Jaapje' groeide op tot 'Jaap' en inmiddels zelfs tot 'Jacob'. In het postuum uitgegeven boek 'Jacob' lees je over het volwassen leven van de schrijver Jacobus van Looy, welke voortborduurt op zijn jeugdherinneringen als wees in Haarlem en zijn tijd als leerling van het druk— en schildervak. In het boek is Jacob inmiddels een erkende schilder maar hij wordt vooral gewaardeerd om zijn schrijfkunst wat hem als schilder krenkt. Het boek is het laatste deel van de trilogie 'Jaap, Jaapje, Jacob' maar is zelfstandig te lezen.
Jacobus van Looy (1855–1930) was een Nederlandse schilder en schrijver. Hij groeide op in een weeshuis en leerde aanvankelijk om huis— en rijtuigschilder te worden, maar vanwege zijn talent kon hij uiteindelijk studeren aan de Rijksacadamie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. In 1884 ontving hij de prestigieuze Prix de Rome. Hij zetelde in de redactie van het letterkundig tijdschrift De Nieuwe Gids en maakte deel uit van de beweging van de Tachtigers. Hij publiceerde verschillende prozabundelingen en daarnaast vertaalde hij werken van Shakespeare.