Sara Burgerhart, bijna 20 jaar, woont sinds de dood van haar ouders bij haar dweperige tante Hofland. Het is een levendig, mooi en intelligent meisje met een volstrekt eigen wil. Sara's voogd Abraham Blankaart kan haar niet coachen doordat hij in het buitenland zit. Tegen het advies van haar verstandige vriendin Anna Willis loopt Sara bij haar tante weg, om bij de weduwe Spilgoed-Buigzaam in te trekken. Daar slaat zij een beetje los, alsof het leven alleen maar uit uitgaan bestaat. Zo laat ze zich her en der mee uit nemen door Jacob Brunier, een leeghoofd en een ijdeltuit, broer van haar huisgenootje Aletta. Daar komen praatjes van, en hoewel Anna Willis haar herhaaldelijk waarschuwt, neemt Sara het allemaal niet zo serieus. Sara's hospita mist de kracht en de strengheid om Sara te temmen.
Maar Jacob is niet de enige man in Sara's leven. Daar is nog de brave Willem Willis, de broer van haar vriendin Anna, wiens moeder meent dat hij niet tegen Sara opgewassen is. En de goede Hendrik Edeling, die helemaal ondersteboven is van Sara. Na enige tijd vraagt hij haar ten huwelijk, maar Sara wijst hem af omdat ze er naar eigen zeggen nog niet aan toe is. En ten slotte is er de schurk R., een gladde prater die bij meisjes maar één doel heeft. Dat kon nog wel eens een gevaarlijke cocktail worden: de lichtzinnigheid van de jong-volwassen Sara en de geheime bedoelingen van R.