De pasgetrouwde Richard en Silvia Tebrick maken een wandeling rond hun landgoed om de jacht te zien. Wanneer de jachthonden voorbij zijn en Richard omkijkt naar zijn vrouw, ziet hij haar niet meer: waar Silvia stond, staat nu een kleine, felrode vos die hem geschrokken aankijkt.
Wat kan Richard anders doen dan zijn vrouw mee naar huis dragen, verstopt in zijn mantel zodat niemand haar gruwelijke transformatie ziet? Hij stuurt het personeel weg en schiet zijn honden achter in de tuin dood. Want deze vos is zijn vrouw, en hij zal haar beschermen tegen elk gevaar. Hij houdt van haar, hoe ze er ook uitziet. En toch begint hij te twijfelen. Hoeveel van zijn vrouw is er eigenlijk nog over, nu ze iets te gretig achter de eenden aan begint
te rennen, nu haar tafelmanieren zienderogen achteruitgaan en ze niet langer naast hem, maar aan het voeteneinde of zelfs onder het bed slaapt? Hoe kan hij zijn liefde nog uiten, nu zij zelfs tunnels in de tuin graaft om aan hem te ontsnappen? Wat houdt zijn gezworen eed van echtelijke trouw nog in, wanneer zij hem trots haar nestje vossenjongen toont?
David Garnett verblufte de wereld in 1922 met dit fabelachtige debuut, waarin humor en tragiek op meesterlijke wijze verenigd zijn. Na publicatie van 'Vrouw of vos' werd Garnett een sensatie, hij bevond zich sindsdien in het middelpunt van het Londense literaire leven.