deur bonsde achter me dicht.
O, ik wist 't toen al: ze zou mij met plicht dienen, waar ik liefkoozingen verlangde. Alle recht van klagen, anders dan tot me zelf, zou ze me ontnemen en ondanks mijn dreigen zou zij toch een blok aan mijn been wezen, in schijn voor mijn welzijn, inderdaad voor haar voldoening.