Schrijft Thomas Mann een pittige aanklacht tegen het naziregime in de Zwitserse krant? De Nobelprijswinnaar aarzelt of hij een open brief moet publiceren, en daar heeft hij alle redenen voor.
Zürich, 1936. Wat een teleurstelling, de hoofdredacteur was er niet! Hij moest zijn open brief aan diens assistent overhandigen. Als Thomas Mann het gebouw van de Neue Zürcher Zeitung verlaat, beginnen ernstige twijfels hem te plagen. Was zijn aanklacht niet te onbezonnen, te voorbarig? Wat als die brief verkeerd uitpakt?
Zijn boeken zullen verboden en misschien zelfs verbrand worden, de Gestapo zal zijn Joodse uitgever in Berlijn nog meer onder druk zetten, zijn huis in München zorgvuldig doorzoeken en manuscripten en zijn archief in beslag nemen.
Vrienden hebben hem al gewaarschuwd om in godsnaam niet terug te keren uit zijn Zwitserse ballingschap. Het gevaar dat de nazis hem oppakken en verhoren is te groot, hun woede over zijn essay over Richard Wagner mateloos.
De Nobelprijswinnaar wordt verscheurd door angsten en twijfels. Hij heeft al weken niets meer geschreven, zijn inkomsten uit Duitsland zijn onzeker. Zijn kinderen Klaus en Erika zetten hem onder druk om zich eindelijk uit te spreken tegen de nazis. Hoe langer hij over zijn situatie nadenkt, hoe meer hij beseft dat hij voor een keuze tussen twee kwaden staat. Linksom of rechtsom hij moet een beslissing nemen. Ook al zijn de consequenties voor hem, zijn familie en vooral zijn werk onvoorspelbaar.