Twee mannen zaten gebogen over de koffietafel met een opgerold dollarbiljet in hun neusgat. Over de tafel liep een lijntje wit poeder. De deelnemers begonnen elk aan hun eigen kant en snoven zo hard als ze konden. Ze wilden zo veel mogelijk cocaïne inhaleren voordat het lijntje op was. Cocaine chicken was een geliefd spelletje op de feestjes van de jetset van Los Angeles in de jaren 1970. De cocaïne kwam uit Colombia, en de drugsbaron Pablo Escobar verdiende iedere dag miljoenen dollars aan de Amerikaanse gebruikers. Er werd een hevige strijd geleverd om de markt: in de Colombiaanse karteloorlog vielen elk jaar 25.000 doden. De beestachtige moorden die Jack the Ripper in Londen pleegde, kostten ‘slechts’ vijf mensen het leven, maar de hele stad leefde in angst en de dader werd nooit gepakt. In het eerste nummer van Historische Hoogtepunten nemen we de misdaad onder de loep: van de middeleeuwse roofbaronnen tot de maffia in de VS.