Door haar verregaande bescheidenheid is groothertogin Sophie van Saksen Weimar Eisenach – dochter van koning Willem II – in onze vaderlandse geschiedenis totaal over het hoofd gezien. En toch is deze kleine Oranjeprinses een vrouw van wereldformaat, die voor de cultuur meer betekenis heeft gehad dan welke Oranjevorst ook.
Op achttienjarige leeftijd werd zij uitgehuwelijkt aan erfgroothertog Carl Alexander. Zo houdt ze haar intocht in Weimar, dat sinds de dood van Goethe teert op de roem van weleer. Hier ontplooit zij haar grote talenten: zij ontvangt Franz Liszt en Hans Christian Andersen aan haar hof en verricht op sociaal gebied baanbrekend werk. Bovendien heeft zij de zorg voor haar familie in Den Haag, waar de Oranjedynastie wankelt door het wangedrag van koning Willem III.
Bitter teleurgesteld in haar verwrongen huwelijksleven en in de huwelijken van haar kinderen ontvangt Sophie aan het eind van haar leven de felbegeerde erfenis van Goethe. Met het door haar in Weimar gebouwde Goethe-Schillerarchief en de Sophienausgabe verwerft ze wereldfaam.
Na jarenlange studie in binnen- en buitenlandse archieven heeft Thera Coppens onthutsende feiten over het veelbewogen leven van groothertogin Sophie aan het licht gebracht. Ze zorgt met dit boek voor eerherstel van een indrukwekkende vrouw maar ook voor een verrijking van de Duits-Nederlandse geschiedenis, zoals die zich afspeelde tussen Den Haag, Brussel en Weimar.