Piebe de Jong moet door omstandigheden stoppen met zijn werk als beroepsvisser. Hielke en Sietse bieden de oude visser aan om met hun Kameleon te helpen zijn oude woonark naar de werf van Gaastra te verslepen. Als weduwnaar gaat Piebe nu liever bij zijn dochter wonen, die boerin is. Daarna moeten oak de palingfuiken die Piebe nog op verschillende plaatsen heeft uitstaan, worden opgehaald. Bij een van de eilanden in de Doolhof vaart Piebes boot ergens tegenaan. Verbaasd onderzoeken ze het voorwerp dat onder water ligt. Het blijkt dat het een stalen kaar is, een soort kooi waarin vis bewaard kan worden. In deze kaar zit echter geen vis, maar de vangst van een stel dieven. Samen met Zwart en vader Klinkhamer gaan Hielke en Sietse op jacht naar criminelen die op een wel heel bijzondere manier te werk gaan…