Jane Eyre is als kind verwaarloosd en vernederd, maar geknakt is ze nooit. Na haar ruwe jaren op kostschool vindt ze werk als gouvernante en ontdekt ze de liefde van haar leven: de duister en sardonische meneer Rochester. Maar Rochester koestert een monsterlijk geheim, verborgen op de zolder van Thornfield Hall — een geheim dat de geliefden uit elkaar dreigt te drijven. Brontë beschrijft de gevoelens van haar personage met een openheid die in haar tijd als ongepast werd ervaren, maar nu nog steeds tot ieders verbeelding spreekt.
Charlotte Brontë (1816–1855) publiceerde Jane Eyre in 1847 en ze was op slag beroemd. Net als haar eveneens schrijvende zussen Anne en Emily stierf zij jong.