ook als pakhuis gebruikt wordt. Naast de magazijndeur bevindt zich de gewone huisdeur, die door een tussendeur toegang tot een trapje geeft (A). Boven aan de trap bereikt men een half-matglazen deur, waarop eenmaal in zwarte letters ‘kantoor’ stond. Dat is het grote voorkantoor, zeer groot, zeer licht, zeer vol. Overdag werken daar Elli, Miep en mijnheer Koophuis. Via een kabinetje met brandkast, garderobe en grote voorraadkast komt men aan het kleine, tamelijk donkere achterkamertje. Daar zaten vroeger mijnheer Kraler en mijnheer Van Daan, nu alleen nog de eerste. Men kan ook vanuit de gang Kralers kantoor bereiken, maar dan alleen door een glazen deur die van binnen wel, maar van buiten niet zonder meer te openen is.
Vanuit Kralers kantoor, de lange smalle gang door, langs het kolenhok, vier treden op, het pronkstuk van het hele gebouw: het privé-kantoor. Deftige donkere meubels, linoleum en kleden op de vloer, radio, sjieke lamp, alles prima-prima. Daarnaast een grote, ruime keuken met warmwatergeyser en twee gaspitten. Daarnaast W.C. Dat is de eerste verdieping.
Vanuit de benedengang loopt een gewone houten trap naar boven (B). Bovenaan is een klein portaaltje, dat als overloopje wordt betiteld. Rechts en links van de overloop zijn deuren, de linker leidt naar het voorhuis met pakhuisruimten, voorzolder en voorvliering. Van dit voorgebouw loopt aan de andere kant ook nog een lange, hypersteile, echte Hollandse been-breektrap naar de tweede straatdeur (C).
De rechterdeur leidt naar ‘het Achterhuis’. Geen mens zou vermoeden, dat achter de simpele, grijsgeschilderde deur zoveel kamers schuilgaan. Voor de deur is een stoepje en dan ben je binnen.
Recht tegenover de ingangsdeur een steile trap (E), links brengt een klein gangetje je in een kamer, die de huis- en slaapkamer van de familie Frank zou worden, daarnaast een kleinere kamer, slaap- en werkkamer van de twee jongedames Frank. Rechts van de trap een kamer zonder raam met wastafel en een afgesloten W.C.-hokje, ook weer een toegangsdeur naar Margots en mijn kamer.
Als men de trap opgaat en de deur aan het boveneinde opent, staat