Een gelukkig toeval doet deze nieuwe uitgaaf mijner belgische herinneringen van 1878 zamentreffen met het Conscience-feest van 1881.
Het is mij eene aangename gewaarwording, nipt onder de laatsten geweest te zijn die zin toonden voor het eigenaardige in de plaats, door de Zuidelijke Nederlanden in den loop van slechts één halve eeuw onder de volken van Europa veroverd. Op het oogenblik zelf dat ik van dezen herdruk in de verte het laatste proefblad korrigeerde, bewoog van het Wiertz-Muzeum naar de Beurs zich een huldebrengende optogt, gelijk sedert Belgie's herleving in 1830 de straten van Brussel, aan veel feestelijks gewoon, nog niet aanschouwd hadden. Voor het eerst op deze wijze in Belgie's geschiedenis werden dien dag de belgische letteren gekroond.
Op meer dan één plaats in dit geschrift is Conscience eerend herdacht. Levendiger evenwel dan drie jaren geleden gevoel ik thans dat hij niet alleen een schrijver, maar zijn werk eene nieuwe bladzijde in de jaarboeken van zijn land is.
Moge in het herboren Belgie het nimmer aan mannen ontbreken, die zoo waardig en lievenswaardig Rubens natreden!