Anne is getuige van een vreselijk ongeluk. Bij toeval krijgt zij het dagboek van het slachtoffer in handen. Wanneer zij het dagboek leest, komt zij tot de ontdekking dat het ongeluk niet echt een ongeluk was, maar dat het slachtoffer er zelf voor had gekozen om een einde aan haar leven te maken. Terwijl Anne zich door het dagboek worstelt, begint zij last te krijgen van pesterijen. Haar vermoeden is dat iemand weet dat zij het dagboek heeft en probeert te achterhalen wie de dader is achter die pesterijen. Haar leven is volledig ontregelt en langzaam gaan de pesterijen over in mishandeling. Ten einde raad richt zij zich tot haar moeder die alles op alles zet om hulp te krijgen voor haar dochter. Hoewel er veel over pesten wordt gesproken, blijkt de hulp in de praktijk maar langzaam tot niet op gang te komen. Anne ziet geen uitweg en richt zich meer en meer op de opvatting die de schrijver van het dagboek had over het leven. Wanneer Anne aangeeft dat ook zij geen zin meer in het leven heeft, neemt haar moeder een drastische maatregel.