‘Volgens mij moet het maandag lukken,’ zegt Mees.
‘Mooi zo,’ zegt zijn vader. ‘Daar vertrouw ik op.’
Mees loopt met zijn gitaar de deur uit. Ik heb niet gelogen, pa, denkt hij. Als Sem inderdaad groot schrijft, dan scoor ik wel een zeventje.
De anderen zijn er al als Mees aan komt lopen. Sem komt naar hem toe. ‘Ik weet hoe ze heet,’ zegt hij.
‘Wie?’
‘Ja, wie nou? Dat stuk dat elke zaterdag bij jou in de printshop komt,’ zegt Sem. ‘Wie anders. Ze heet Julia.’
‘Daar trap ik niet in,’ lacht Mees. ‘Leuk bedacht. En dan heet ik zeker Romeo.’
‘Ze heet echt Julia,’ zegt Sem.
‘Hoe weet je dat dan?’
‘Een onderzoekje,’ lacht Sem. ‘Dat had je niet gedacht, hè? Als ze nu zaterdag bij jou in de printshop