'Het dooit al,' zegt Merel. 'Dat vind ik eng, denk ik.'
'Niet zoveel denken, zus.' Melle klikt zijn noren dicht. 'Dit is de laatste dag dat we kunnen schaatsen.'
Merel en Melle gaan het ijs op. Het lijkt een prachtige winterdag, totdat opeens, midden op het meer, een dichte mist opkomt. In paniek schaatst de tweeling rond, op zoek naar de wal. Tot overmaat van ramp stuiten ze op een geul stromend water. Wat nu?