Er zijn nog nooit buitenstaanders toegelaten tot het klooster Saint-Gilbert-Entre-les-Loups. Diep in de wildernis van noord-Quebec leven ruim twintig broeders afgesloten van de wereld. Ze telen groenten, verzorgen kippen, maken chocolade. En ze zingen. Ironisch genoeg zijn de monniken ondanks hun stiltegelofte wereldberoemd geworden door hun glorieuze stemmen, met oeroude gezangen waarvan de hemelse uitwerking bekendstaat als “het schitterend mysterie”.
Maar na de dood van de befaamde koorleider, wordt de massieve houten toegangspoort van het klooster ontsloten om toegang te verlenen aan hoofdinspecteur Armand Gamache en Jean-Guy Beauvoir. Zij ontdekken onrust achter de stilte, wanklanken in de ogenschijnlijke harmonie. Een van de broeders heeft een moord begaan. Om de moordenaar te vinden en de rust te herstellen, moet Armand eerst zicht krijgen op het hemelse, het menselijke en de kieren daartussenin.