G.W. Huygens in de Moderne encyclopedie van de wereldliteratuur: «Dit vaak herdrukte werk, het populairste dat Carry van Bruggen geschreven heeft, is opgebouwd uit vierentwintig schetsen uit het leven van een klein joods meisje en haar broertje (wier namen niet genoemd worden); wij herkennen er de Zaanse jeugdherinneringen van de schrijfster in. Het meisje uit het orthodox-joodse gezin leert vanuit de beslotenheid van haar eigen wereldje – het huisje aan de sloot – de buitenwereld der volwassenen kennen. Bij haar waarnemingen wordt zij door een onuitsprekelijke verwondering bevangen; er is sprake van een kinderlijke gevoelswereld, maar de bewustwording van de tegenstelling van het ik tot de buitenwereld is die van een volwassene, en de schrijfster vertoeft met een grote vertedering in het verleden en in de intieme wereld van het gezin en de joodse gemeenschap. Het geheel is met veel gevoel, opmerkingsgave en humor geschreven.»