Een witte piano staat in het hol van Hotze Benjamins dat nog het meest op een ondergronds paleis lijkt. Maar Freek Oltman, de man die de piano ooit bezat, wil het instrument terug, koste wat het kost. Hij blijft rondspoken bij de holwoning en dat leidt tot verschillende soorten van strijd … waarbij de mannen van Oltman allemaal het onderspit delven. Bij gebrek aan vervoer rijden Jan en Arie mee met een veewagen vol varkens, om in een vreemdsoortig zomerhuisje in Stuifzand te belanden waar ze uit de slaap worden gehouden door bonkende bokken.
Bob is dan al in Hilversum, om te ontdekken dat op het bellenbord van het appartementencomplex waar Heleen ten Holt behoort te wonen een geheel andere naam staat. Hij houdt het complex in het oog en ziet een wildvreemde man wegrijden in zijn Land Rover. De man gaat naar Lelystad en verdwijnt in een gebouw waarin ook het onderzoeksbureau Look and Solve, LandS, is gevestigd. Jan heeft tijdens de strijd bij het Hotzehol een paar briefjes gevonden waarop de namen staan van plaatsen waar draverijen worden gehouden. Wolvega is een van die plaatsen en de jongens komen daar in de buurt terecht: Jan en Bob samen, Arie in gezelschap van tante Ginny die zegt dat Heleen ten Holt, de dochter van haar vriendin, is verdwenen. De aanwezigheid van tante Ginny blijkt een gouden greep als ze met Arie in een café belandt waar mannen van Oltman tekeer zijn gegaan. Dankzij haar komen de drie jongens bij een boerderij met paardenstallen en een oefenbaan voor dravers waar Heleen wordt vastgehouden. Schoten vallen en Arie ziet kans klem te geraken in een stalraam als hij probeert naar buiten te klimmen.