Joseph Roth, de grootste journalist van zijn tijd, vertrok in 1925 vanuit de Weimarrepubliek voor de eerste keer naar Parijs, de hoofdstad van het land waar hij zo van ging houden. In talloze reportages, brieven en essays — hier voor het eerst vertaald en gebundeld — portretteert hij Frankrijk en de Fransen. Ze tonen Roths meesterschap en laten de lezer Frankrijk opnieuw ontdekken. Van de haven van Marseille tot het majestueuze heuvellandschap rond Avignon, schildert Roth in In het land van de eeuwige zomer landschappen in sepiatinten, betoverende mensen, magnifieke architectuur en meedogenloze wanhoop over een land dat op weg is naar de oorlog.