'De grauwe vogels' is een verhaal over de tuinbouwer Kasper Valk en speelt zich af in het Hollands rivierenland. Kasper verzet zich tegen het geloof in God. Hij vertrouwt boven alles in zijn eigen kracht, eerlijkheid en deugdzaamheid. Zijn vrouw Heiltje koestert daarentegen een diep geloof in God. Hoewel Kasper het ene ongeluk na het andere overkomt, slaat hij vele wijze adviezen van (diep gelovige) vrienden af en bijt hij zich koppig vast in zijn ongeloof. Hij houdt er zijn eigen betekenissen van eerlijkheid en menselijkheid op na en stapt niet af van zijn eigen overtuigingen.
Vanuit Kasper's ratio dat niets bestand is tegen de loop der dingen relativeert Van Schendel het praktische nut van religie en overtuiging. Het lot, waarover Van Schendel vaker schrijft, blijft onvoorspelbaar.
De Nederlander Arthur François Emile van Schendel (1874 — 1946) was een schrijver die bekendheid verwierf met avonturenromans zoals 'Een zwerver verliefd' (1904). Zijn vroege romans zoals zijn avonturenromans hebben een sterk symbolistisch, neoromantisch karakter, wat opvallend is omdat het literaire klimaat in de negentiende eeuw het naturalisme aanhield. Later in zijn schrijverschap sluit hij hier enigszins bij aan door in een concretere en realistischer stijl te handhaven; 'Een Hollands drama' (1935) is hiervan een voorbeeld. Nooit deed hij overigens afstand van de thema’s die hem van meet af aan interesseerden: vrije wil en vrijheid, geluk en eenzaamheid, noodlot en toeval. Hoewel van Schendel overleden is in 1946, ontving hij voor 'Het oude huis' een jaar later postuum de (eerste) P.C. Hooft-prijs.