Is het nu eigenlijk ‘Dag is geen nacht’, of is het ‘Dag is ge (dag ben jij), en wie is de nacht’?
Woorden die nog niet weten, zoeken. Elk gedicht in dit bundel van Papaver is telkens weer een veldslag van tegen elkaar opboksende levens. Deuken vol liefde, breuken vol passie. Elke dag worden de kaarten opnieuw geschud, worden de woorden in de gedichten geschikt, met de vraag of ze de lezer kunnen behagen.
Soms in alledaagse taal, soms in een Bargoens dat alleen nog in de nacht wordt gesproken, maar altijd met trefzekere beelden. Altijd met liefde en melancholie, pijn en verdriet, vaak met een grimas. Niet om wat voorbij is, maar omdat het voorbij is.
Zoals de dichter ooit sprak in een interview: ‘ Ik probeer met mijn poëzie of ik tegen windsnelheid kan blijven vooruitleven, zonder mijn achteruitkijkspiegel te vegeten’.
februari
2014
Aalst