Christine en Willem reizen met de nachtbus naar hun wintersportvakantie in Oostenrijk. Het benauwende voertuig staat symbool voor hun beknellende relatie — maar daar denkt hij heel anders over dan zij.
'Wat kan jou die ene nacht nou schelen', had Willem gezegd. 'Het is goedkoop en je wordt er niet moe van en we worden voor de deur afgezet.' Dat klonk allemaal heel verstandig, en hij had ook vast wel gelijk, maar de werkelijkheid was dat ze nu in een bus vol bejaarden zat. Misschien maar een nacht, maar wel een hele nacht. 'Niemand zegt iets', fluisterde ze.
Opbouw
De hoofdstuktitels geven aan van hoe laat tot hoe laat een scène, een gesprek, een ruzie zich afspeelt. Midden in de nacht verdicht de tijd zich en lijken de misverstanden groter.