Het weesmeisje Heidi wordt opgevoed door haar tante Dete. Wanneer Dete echter voor haar baan naar Frankfurt moet, brengt ze Heidi naar haar grootvader in Zwitserland. Daar heeft het meisje een heerlijk leventje, totdat Dete terugkomt en haar meeneemt naar Frankfurt om het speelkameraadje van de gehandicapte Klara te worden. De twee meisjes worden goede vriendinnen en beleven veel plezier samen. Maar dan krijgt Heidi last van heimwee en wordt ze erg ziek. De huisarts stuurt haar terug naar haar fijne leventje in Zwitserland, maar haar lieve vriendinnetje Klara wil ze niet achterlaten.