Zijn leven lang verdiepte Janwillem van de Wetering (bekend van de politieromans over Grijpstra en De Gier) zich in het zenboeddhisme. Hij schreef er ook een veelgeprezen en in het Engels vertaalde autobiografische trilogie over. “De lege spiegel” is het eerste deel van de trilogie, een gebalde, fascinerende kijk op het leven in een zen-klooster, door de ogen van een westerse novice. Je volgt hoe hij door zijn introductie gaat en zijn eerste voorzichtige stappen zet. Van de Wetering zou zichzelf niet zijn als hij de leesbaarheid niet in de gaten hield: hoe ernstig hij het verlangen naar onthechting ook neemt, er is altijd ruimte voor een streepje humor. Wat hij meemaakt in het klooster is niet alleen ontnuchterend voor hem, maar ook voor de lezer of luisteraar. Het dagelijkse leven daagt hem fysiek en disciplinair uit. Taalproblemen maken het verblijf moeilijk. En onthouding? Zal hij ooit voldoende onthecht raken om de onthouding te eerbiedigen?
Spirituele autobiografie van de schrijver van \"Grijpstra en De Gier\".
Janwillem van de Wetering (1931–2008) was een Nederlandse schrijver, zakenman en avonturier. Hij woonde achtereenvolgens in Zuid-Afrika, waar hij zich bezighield met vastgoedzaken, in Japan, waar hij anderhalf jaar verbleef in een zen-klooster in Kyoto, en in Londen, waar hij een tijdlang filosofie studeerde. Hij was vertegenwoordiger van chemische producten in Colombia, visnetverkoper in Peru, en nietsnut in Australië. In plaats van zijn militaire dienst ging hij als reservist bij de Nederlandse politie. Hij raakte gecharmeerd van het politieberoep en klom op tot de rang van sergeant en inspecteur. In 1975 verhuisde hij naar Maine en besloot zich full-time aan het schrijven te wijden. In 1984 werd hij bekroond met de Franse Grand prix de littérature policière. Hij is vooral bekend door de boeken van Grijpstra en De Gier.