op de berghellingen en de talloze indianenstammen die hier en daar in het onmetelijke land woonden. Nee, ze ontdekten ook schitterende dalen en vruchtbare valleien, ze ontdekten een land dat immens en heerlijk was, vol verborgen pracht en schatten. Ze ontdekten een land dat ooit – het kon niet anders – bewoond zou worden door een welvarend en talrijk nageslacht, door een grote, groeiende