Darsie kan alles. Hij kan voetballen en vioolspelen, pannenkoeken bakken, heel hard achteruit rennen en op zijn handen lopen. Hij spreekt zeven talen (waaronder Russisch en Japans) en hij kent alle hoofdsteden van de wereld uit zijn hoofd. Eén ding kan hij niet, en dat is vrienden maken. Andere kinderen zijn jaloers op hem of vinden hem stom. Zelfs zijn ouders ergeren zich aan hem. Ze sturen hem daarom naar Kinderasiel De Gouden Bergen in Zwitserland. Daar ontmoet Darsie Bibi en Kees. Bibi woont al jaren in het kinderasiel en kijkt altijd boos. Kees kan niks. Maar er is één ding dat hij wel goed kan…