Er was niets gevonden, behalve de kleren van het meisje, die verderop in het bos, ongeveer veertig passen van het lichaam, waren aangetroffen. Waarom lagen haar kleren – blouse, rok, muts, jas en handschoenen – op een keurig stapeltje, zo ver van haar lichaam? De kleren vertoonden geen bloedsporen en ze waren niet kapotgesneden of -geknipt. Larisa Petrova was door iemand anders uitgekleed of ze had het zelf gedaan. Misschien had ze geprobeerd weg te rennen in de richting van de bosrand, maar was ze gegrepen vlak voordat ze op open terrein kwam. Als dat waar was, was ze zonder kleren aan gevlucht. De moordenaar moest haar hebben overgehaald met hem mee te gaan, misschien door haar geld aan te bieden in ruil voor seks. Toen ze eenmaal relatief diep in het bos waren aangekomen en ze haar kleren had uitgetrokken, had hij haar aangevallen. Leo vond het echter moeilijk om deze misdaad logisch te bezien. De bizarre details – de aarde in haar mond, de weggesneden maag, het touw – kwamen hem vreemd voor, terwijl hij er tegelijkertijd door gebiologeerd was.