Pinkeltje, een mannetje niet groter dan je pink, is te herkennen aan zijn witte baard en zijn blauwe puntmuts. Tijdens een storm raakt hij zijn huis kwijt. Hij slaapt een nacht in een ooievaarsnest en logeert een poosje onder de grond bij de mollenfamie Graafpoot. Dan ontmoet hij Knabbel, een muis die met vier broers een hol deelt in het grote huis. Pinkeltje gat bij de muizen wonen en beleeft de spannendste avonturen. Zo raakt hij verzeild in de neus van een reusachtige sneeuwpop en wordt gered door Snorrbaard, de poes. hij wil de vlieg Brommer uit de strooppot trekken, maar verdrinkt er zelf bijna in. En als hij de wesp stekebeen ontmoet, probeert hij hem een klap te geven met een grote boterbloem... Hoe dat afloopt? Luister zelf maar!
'Pinkeltje!' schreeuwde de vlieg. 'Kom me helpen alsjeblieft!' Pinkeltje boog zich zo ver mogelijk voorover en greep bromvlieg bij zijn vleugel. Wat was het beest zwaar door al die stroop!
Pinkeltje trok, sjorde, sleurde en sleepte wat hij kon, maar hij gleed van de rand en viel ook in de strooppot. 'Help! Help!' riep hij doodsbang. Langzaam, heel langzaam zakte hij naar beneden in de troop. Hij was bang, want hoe harder hij trappelde, hoe dieper hij wegzakte.